
Apenpokken (Mpox) – FAQ
Mpox – Veelgestelde Vragen
Laatste update: 25 januari 2023
Deze informatie is bestemd voor het brede publiek en dient geenszins ter vervanging van medisch advies. Deze uitbraak verschilt van eerdere uitbraken. Om die reden zullen deze adviezen worden aangepast naarmate meer informatie beschikbaar komt. Wij proberen altijd op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. De informatie verandert echter snel, ondanks onze inspanningen om de pagina actueel te houden. Mocht je een fout ontdekken, laat het ons gerust weten. Wij zullen de inhoud herbekijken en ze zo snel mogelijk corrigeren.
Stopzetting vaccinatieprogramma tegen mpox
De Vlaamse overheid heeft beslist om per ingang van 2023 de preventieve vaccinatiecampagne tegen mpox te beëindigen. Dit betekent dat het vanaf heden niet meer mogelijk is een vaccin tegen mpox te krijgen.
Uitzondering zijn personen die reeds in 2022 een eerste vaccinatie tegen mpox hebben gekregen; zij kunnen hun tweede vaccinatie alsnog krijgen.
Gelieve in dat geval zo spoedig mogelijk contact op te nemen met het medisch secretariaat van het ITG door te bellen naar +32(0)3 247 66 66.
Contacteer ons
Laat het ons weten als je een fout ontdekt of vragen hebt over de informatie op deze pagina.
Wat is mpox?
Mpox (genus orthopoxvirus), voordien bekend als apenpokken, is een variant van het virus dat de "normale" pokken veroorzaakte.
De ziekte werd voor het eerst ontdekt in 1958 bij laboratoriumapen, vandaar de eerdere benaming. Het is echter niet zeker dat apen de hoofddragers van het virus zijn. Volgens de laatste bevindingen zijn dat waarschijnlijk Afrikaanse knaagdieren.
Waar komt mpox voor?
Het mpoxvirus kwam tot voor kort hoofdzakelijk in bosrijke gebieden in Centraal- en West-Afrika voor, waaronder de Democratische Republiek Congo en Nigeria.
In mei 2022 begon er echter een grote uitbraak buiten het Afrikaanse continent. De ziekte trof vooral landen in Europa en Noord-Amerika, waaronder België.
Wie komt op dit moment in aanmerking voor vaccinatie?
Laatste update: 25 januari 2023
VACCINATIE VOOR EEN RISICOCONTACT: PREVENTIEVE VACCINATIE
Tot eind 2022 konden personen behorend tot een risicogroep voor mpox zich preventief laten vaccineren. De Vlaamse overheid heeft beslist om per ingang van 2023 de preventieve vaccinatiecampagne tegen mpox te beëindigen. Dit betekent dat het vanaf heden niet meer mogelijk is een vaccin tegen mpox te krijgen.
Uitzondering zijn personen die reeds in 2022 een eerste vaccinatie tegen mpox hebben gekregen; zij kunnen hun tweede vaccinatie alsnog krijgen.
Gelieve in dat geval zo spoedig mogelijk contact op te nemen met het medisch secretariaat van het ITG door te bellen naar +32(0)3 247 66 66.
Huidige contra-indicaties voor vaccinatie:
Personen die reeds mpox doormaakten.
Personen met symptomen verdacht voor mpox of een acute infectie met koorts.
Personen jonger dan 18 jaar (tenzij in uitzonderlijke gevallen).
Personen die allergisch zijn aan het vaccin of één van de bestanddelen van het vaccin: kippeneiwit, benzoase, gentamicine, ciprofloxacine.
Toediening tweede dosis van het vaccin
Tussen de eerste en tweede vaccinatie tegen mpox, dient een interval van minimaal 28 dagen te zitten. Indien je het eerste vaccin reeds intradermaal kreeg toegediend (dit betreft de vaccinaties van begin september t/m 24 november 2022), zal de tweede vaccinatie volgens de subcutane methode worden gegeven op dag 28-35.
VACCINATIE NA EEN RISICOCONTACT: POST-EXPOSITIE VACCINATIE
De volgende personen kunnen een vaccin krijgen binnen de 4 dagen na risicoblootstelling aan mpox:
Personen met een zeer-hoog risicocontact.
Personen met een hoog-risicocontact en een verhoogd risico op ernstige infectie.
Zorgpersoneel na een hoog-risico contact zonder adequate bescherming.
Slechts in zeldzame gevallen overwegen we vaccinatie tussen de 4 en 14 dagen na risicoblootstelling, namelijk wanneer de persoon ook een verhoogd risico heeft op een ernstig verloop. Dit wordt beoordeeld door de arts van het vaccinatiecentrum.
Door vaccinatie na risicoblootstelling proberen we een infectie met mpox en/of ernstige symptomen te voorkomen. De gegevens over de werkzaamheid hiervan zijn echter nog beperkt. Het krijgen van een vaccin na blootstelling is daarom geen garantie dat je de ziekte niet zal ontwikkelen. Daarom blijft het belangrijk om alert te zijn op symptomen en de maatregelen voor zeer hoog-risicocontacten te volgen (zie ’Wat moet ik doen bij nauw contact met een besmet persoon?’).
Indien je in aanmerking komt voor een vaccin na een hoog- of zeer-hoog risicocontact, contacteer je best dringend je hiv-referentiecentrum. In Antwerpen kan je terecht bij het ITG via +32(0)3 247 66 66.
Ben ik beschermd tegen apenpokken als ik eerder tegen pokken gevaccineerd werd.
Er bestaat geen vaccin dat specifiek tegen apenpokken werkt. Aangezien het apenpokkenvirus nauw met het pokkenvirus verwant is, biedt het pokkenvaccin vermoedelijk ook een goede bescherming tegen apenpokken. De routinevaccinatie tegen pokken werd in België in de jaren ‘70 gestaakt. Mogelijks biedt vaccinatie op kinderleeftijd nog enige bescherming tegen apenpokken. De bescherming door het vaccin vermindert echter met de jaren. Het blijft dus mogelijk om toch besmet te geraken. Preventieve maatregelen blijven van toepassing.
We vermoeden dat men slechts eenmaal een infectie met het apenpokkenvirus doorloopt en dat er nadien voor een bepaalde tijd een basisimmuniteit bestaat. Die zekerheid kunnen we echter niet garanderen. De hypothese dat er zich geen herinfecties van apenpokken zullen voordoen, dient eerst verder onderzocht te worden.
Er is ook weinig bekend over de beschermingsgraad van de huidige generatie van apenpokkenvaccins. Ookal verwachten we dat vaccinaties zullen helpen om de verspreiding van apenpokken tegen te gaan, is de omvang van het effect nog onzeker. Je hebt na een vaccinatie dus geen garantie dat je niet meer besmet zal geraken.
Na een apenpokkeninfectie of een vaccinatie (preventief of nadien) blijven de algemene preventieve aanbevelingen van toepassing.
Hoeveel besmettingen zijn er in België?
Eind november 2022 waren er wereldwijd circa 80.000 bevestigde besmettingen, waarvan 789 in België.
Bekijk de actuele epidemiologische situatie:
Wat zijn de symptomen?
Vaak ontstaat er 5 tot 21 dagen na infectie een griepaal syndroom (koorts, spierpijn, hoofdpijn, algemeen onwelzijn), gevolgd door huidletsels.
Deze huidletsels kunnen (rode) vlekjes, pukkeltjes, blaasjes of etterbulten zijn, die tenslotte na vorming van korstjes genezen. De huidletsels kunnen overal op het lichaam voorkomen en zijn soms pijnlijk. Vaak zien we ze op de plaats van de besmetting, met name rond de anus, op de penis of in de mond. Deze huidletsels kunnen ook zonder koorts of griepaal syndroom voorkomen.
We zien ook minder klassieke presentaties, bijvoorbeeld mensen die weinig of geen huidletsels of alleen plaatselijke klachten hebben, zoals een ontsteking van de keel, de anus of de plasbuis.
Hoe krijg je mpox?
Je kan mpox oplopen door:
direct contact (langdurig huid-op-huid of seksueel) met huidletsels die veel virus bevatten.
contact met lichaamsvloeistoffen of slijmvliezen van een geïnfecteerde persoon. Bij geïnfecteerde patiënten vinden we vaak hoge concentraties virus in het speeksel en de anus, maar soms ook in het sperma.
verspreiding van speekseldruppeltjes. Dat is mogelijk, maar waarschijnlijk minder efficiënt.
(in theorie) overdracht via besmette oppervlakken of linnengoed (zoals beddengoed of handdoeken).
Bij de huidige uitbraak in Europa zijn tot op heden vooral mannen die seks hebben met mannen (MSM) besmet. Seksueel contact lijkt, meer dan louter huid-op-huidcontact, het grootste infectierisico. Ook door te zoenen ben je tot een mogelijk risico blootgesteld. Mensen die meerdere seksuele partners hebben, hebben meer risico om de ziekte op te lopen.
Hoe wordt mpox vastgesteld?
De arts kan een infectie met mpox vermoeden op basis van de klachten. Indien er een verdenking bestaat, vindt er een staalname plaats. Hierbij worden verschillende wissers genomen van bijvoorbeeld de huidletsels, de keel en de anus, of speeksel. De aanwezigheid van het virus wordt via een PCR-test vastgesteld. Het duurt minimaal 24 uur voordat de uitslag bekend is.
De stalen moeten in beschermde omstandigheden worden genomen (met beschermkledij voor de hulpverlener en in een aparte kamer) om besmetting te vermijden.
Wat moet ik doen als ik denk dat ik mpox heb?
Er kan mogelijk sprake zijn van een infectie met apenpokken indien:
je onverklaarbare huidletsels rond de anus en/of in genitaal gebied ontwikkelt en je:
ofwel een man bent die in de laatste weken intiem contact met een of meerdere andere mannen had;
ofwel in West- of Centraal-Afrika bent geweest.
je in de laatste drie weken nauw contact hebt gehad met iemand die besmet is met het mpoxvirus en je ofwel:
koorts of griepale klachten ontwikkelt;
huidletsels ontwikkelt;
klachten van een mogelijke ontsteking van de keel, anus of plasbuis hebt.
Indien je vermoedt dat je mpox hebt, dien je zo snel mogelijk contact op te nemen met een centrum waar je getest kunt worden. Om verdere besmetting van andere mensen te voorkomen, moet je thuis alvast in isolatie gaan.
De polikliniek van het ITG is op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur bereikbaar op het nummer +32(0)3 247 66 66. Indien je buiten Antwerpen woont, kan je contact opnemen met de spoedgevallendienst van een ziekenhuis met een specialist in infectieziekten specialist ter plaatse (reisklinieken/gele koorts-vaccinatiecentra).
Neem steeds contact op met de zorgverleners vooraleer je een bezoek brengt aan de kliniek. Zo kunnen de gezondheidsmedewerkers zich voorbereiden en kunnen ze de zeer strikte beschermingsmaatregelen nauw opvolgen. Bij twijfel kan je steeds je huisarts telefonisch contacteren, maar laat voor je consultatie zeker weten dat je vermoedt met het mpoxvirus besmet te zijn.
Hoe voorkom ik dat ik mpox oploop?
Momenteel is er (nog) geen goedgekeurd medicijn dat tegen blootstelling beschermt.
Vermijd contact met (mogelijk) besmette mensen totdat zij uit isolatie mogen.
Beperk je seksuele contacten en bespreek het mpoxvirus met je partner. Anonieme seksuele contacten zijn riskant en maken het moeilijk om blootgestelde partners op tijd te verwittigen.
Er bestaat op dit moment geen goedgekeurde medicatie die volledige bescherming biedt tegen een blootstelling. Vaccinatie kan de verdere verspreiding van mpox tegengaan. Ze wordt momenteel aangeboden zowel onmiddellijk na een risicoblootstelling (bijvoorbeeld na seksueel contact met een patiënt die positief op mpox test) als vóór een risicoblootstelling bij bepaalde doelgroepen (zie "Wie komt op dit moment in aanmerking voor vaccinatie?").
Vanwege de beperkte beschikbare gegevens over individuele bescherming is het vaccin niet de ultieme oplossing tegen mpox. Na vaccinatie kan men nog steeds vatbaar zijn voor infectie. Een vaccin biedt dus geen garantie op volledige bescherming.
Vaccinatie is een goede manier om een besmetting met mpox te voorkomen, maar beschermt niet volledig. Er zijn namelijk gevallen van besmettingen met mpox na vaccinatie gemeld. Exacte gegevens over de graad van individuele bescherming na vaccinatie zijn er nog niet.
Algemene maatregelen blijven dus noodzakelijk:
wijziging van het risicogedrag
isolatie
vermijding van seksueel contact en huid-op-huidcontact met zieke personen
Valt het apenpokkenvirus te genezen?
In de meeste gevallen geneest de ziekte na een paar weken spontaan en zonder restklachten.
Soms blijft er een litteken over. Een kleine minderheid van patiënten moet worden opgenomen in het ziekenhuis, meestal voor controle van de pijn. Heel zelden treden er ernstige complicaties op, zoals forse ontsteking of infectie van de huidletsels. De ziekte is gelukkig zelden dodelijk.
Bestaat er een behandeling?
Er is momenteel geen specifieke behandeling beschikbaar.
Gerichte antivirale geneesmiddelen worden momenteel uitsluitend voor onderzoeksdoeleinden gebruikt. Bij klachten worden de symptomen ondersteunend behandeld met onder andere pijnstillers, koortswerende middelen, anti-jeuk-middelen, enzovoorts. Ernstige gevallen met een gecompliceerde vorm van mpox kunnen met het antivirale middel tecovirimat (momenteel alleen tijdens ziekenhuisopname) worden behandeld. Het gaat meestal om patiënten met enige vorm van immuundeficiëntie, zoals leukemie, of patiënten die medicijnen gebruiken die inwerkt op het immuunsysteem. In België zijn een aantal behandelingen voorzien.
Is er een vaccin tegen mpox?
Er bestaat geen vaccin specifiek tegen mpox.
Omdat het mpoxvirus nauw verwant met het pokkenvirus is, biedt het pokkenvaccin vermoedelijk ook een goede bescherming tegen mpokken. De gegevens over de exacte mate van werkzaamheid zijn wel nog beperkt. Het vaccin vervangt de algemene voorzorgsmaatregelen daarom niet; blijf na vaccinatie dus waakzaam en beperk je seksuele contacten.
In België zijn er twee vaccins beschikbaar, Imvanex® en Jynneos®, respectievelijk goedgekeurd door EMA (European Medicines Agency) en de FDA (Food and Drug Administration, VS) voor de indicatie van mpokken. Indien je het Jynneos® vaccin toegediend krijgt, moet je in België een formulier tekenen. De reden hiervoor is dat dit vaccin vooralsnog officieel enkel is goedgekeurd in de Verenigde Staten.
Andere vaccins, zoals die tegen waterpokken (windpokken) of zona, beschermen niet tegen apenpokken.
Ik heb mpox. Wat moet ik doen?
Ga thuis in isolatie tot alle huidletsels zijn opgedroogd. Zo vermijd je dat je andere mensen besmet. Dit houdt in:
Blijf thuis. Verlaat het huis alleen voor essentiële zaken zoals doktersafspraken en dringende boodschappen die niemand anders kan doen. Draag een chirurgisch mondmasker en bedek de huidletsels (door bijvoorbeeld lange mouwen en een lange broek te dragen) als je naar buiten gaat.
Blijf in je eigen kamer. Draag een chirurgisch masker als je jouw kamer verlaat en/of contact met huisgenoten hebt.
Gebruik je eigen huishoudartikelen zoals kleding, beddengoed, handdoeken en eetgerei. Deel ze nooit met andere huisgenoten.
Vermijd lichamelijk (seksueel) contact totdat de huidletsels genezen zijn (wanneer de korstjes eraf zijn gevallen). Condooms alleen bieden geen volledige bescherming tegen mpox.
Vermijd contact met dieren, vooral met knaagdieren zoals muizen, ratten, hamsters en cavia's.
Breng iedereen met wie je in de laatste drie weken nauw contact hebt gehad op de hoogte. Zo kunnen ze hun eigen symptomen in de gaten houden en gepast handelen als er symptomen optreden.
Waar kan ik meer informatie over apenpokken terugvinden?
De volgende websites bevatten meer informatie:
Uitgebreide medische informatie - Centers for Disease Control (EN)
Factsheet - Wereldgezondheidsorganisatie WHO (EN)
Medische informatie voor het groot publiek - RIVM (NL)
Informatie over de evolutie van de apenkoortsepidemie in Europa (aantal gevallen per landen) - ECDC (EN)
Apenpokken - monkeypox - Agentschap Zorg en Gezondheid (NL)
Monkeypox (apenpokken) - Sciensano (NL)
Groene lijn 1700 (callcenter) – Agentschap Zorg Vlaanderen (NL)
Welke seksuele handelingen zijn veilig na vaccinatie?
Hoewel het enigszins duidelijk is via welke weg het virus zich verspreidt, is er zeker nog nood aan verder onderzoek.
We verwachten dat er tijdens een actieve apenpokkeninfectie voor enkele weken hoge concentraties van het virus op alle slijmvliezen (mond, anus, plasbuis) en op de huid aanwezig zijn. Alle contacten met die slijmvliezen (anaal, oraal, vaginaal) en huid kunnen overdracht veroorzaken. We zien dat de meeste personen apenpokken via seksueel contact oplopen. We raden aan om niet seksueel actief te zijn (insertief oraal, anaal, vaginaal) voor minstens 21 dagen of totdat de huidletsels genezen zijn. Kussen, tongzoenen en intens naakt knuffelen worden als risicocontacten beschouwd.
Een monogame seksuele relatie of zelfbevrediging brengen geen risico's met zich mee.
Wat is mijn risico op besmetting na contact met iemand met mpox?
Het risico hangt af van het soort contact dat je met de besmette persoon had. Er is een onderscheid tussen zeer hoog risico, hoog risico en laag risico. In de praktijk zien we vooral besmettingen na een zeer hoog-risicocontact.
Zeer hoge-risicocontacten zijn:
seksuele contacten.
langdurig huid-op-huidcontacten terwijl de besmette persoon huiduitslag had.
Hoog-risicocontacten zijn:
in hetzelfde huishouden of dezelfde omgeving als de besmette persoon wonen.
kleding, beddengoed of keukengerei delen terwijl de besmette persoon huiduitslag had.
een besmette persoon met symptomen verzorgen.
contact met een besmette persoon tijdens de (para)medische verzorging, zonder de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen.
een scherp letsel of blootstelling (zonder persoonlijke beschermingsmiddelen) aan lichaamsvloeistoffen van een besmet persoon of aan aërosolen die tijdens een (medische) procedure ontstaan.
blootstelling aan een besmet staal tijdens laboratoriumprocedures, zonder persoonlijke beschermingsmiddelen.
drie uur of langer dicht (een of twee zitplaatsen) van een symptomatisch geïnfecteerde persoon zitten (in een vliegtuig, bus of trein).
Wat zijn mogelijke nevenwerkingen van het vaccin tegen apenpokken?
Het bijwerkingsprofiel van de huidige vaccins is gunstiger dan de eerdere generaties van pokkenvaccins omdat ze geen replicerend virussen bevatten.
De meest voorkomende nevenwerkingen zijn:
Reacties rond de injectieplaats: pijn, roodheid, zwelling, verharding, en jeuk. Pijn en zwelling komen meer voor bij een subcutane injectie in de bovenarm. Bij een intradermale injectie in de onderarm zijn jeuk en huiduitslag frequenter.
Hoofdpijn, spierpijn, misselijkheid, vermoeidheid.
Mag het apenpokken vaccin gecombineerd worden met andere vaccins?
Er is geen specifiek onderzoek naar interacties met andere vaccins.
Het pokkenvaccin bevat een levend, maar niet replicerend virus en classificeert zich daarom tussen de groepen ‘levend verzwakte vaccins’ en ‘geïnactiveerde vaccins’. Omdat er met die tussengroep nog geen wijdverspreide ervaring is, worden de adviezen omtrent ‘levend verzwakte vaccins’ opgevolgd.
Voor veiligheidsredenen raadt men aan om een interval van minstens 4 weken te respecteren met:
levend afgezwakte vaccins (zoals het vaccin tegen mazelen of geelzucht);
mRNA COVID-vaccins bij mannen tot 40 jaar, omdat mannen in die leeftijdscategorie een hoger risico hebben om, na een injectie met het mRNA COVID-vaccin, myocarditis te ontwikkelen. Het is onbekend of er bij de nieuwe generatie van vaccins een verhoogd risico op (peri)myocarditis is.
Waar kan ik een vaccin tegen apenpokken krijgen?
Update 25 januari 2023
Tot eind 2022 konden personen behorend tot een risicogroep voor mpox zich preventief laten vaccineren. De Vlaamse overheid heeft beslist om per ingang van 2023 de preventieve vaccinatiecampagne tegen mpox te beëindigen. Dit betekent dat het vanaf heden niet meer mogelijk is een vaccin tegen mpox te krijgen.
Uitzondering zijn personen die reeds in 2022 een eerste vaccinatie tegen mpox hebben gekregen; zij kunnen hun tweede vaccinatie alsnog krijgen.
Indien je nog in aanmerking komt voor een tweede vaccinatie tegen mpox, kun je het best zo spoedig mogelijk contact opnemen met een van onderstaande centra.
Antwerpen: Instituut voor Tropische Geneeskunde (03 247 66 66)
Brussel:
CHU Sint Pieter (02 535 31 77)
VUB (02 477 60 61)
UCL (02 764 21 22)
ULB (02 555 72 00)
Henegouwen: CHU Charleroi (071 92 22 58, 071 92 23 07)
Limburg: Jessa Ziekenhuis (011 33 81 11, 011 33 76 50)
Luik: CHU Liège (04 270 31 90)
Namen: CHU Mont-Godinne CHU (081 42 28 61 op weekdagen, 081 42 31 01 in het weekend)
Oost-Vlaanderen: UZ Gent (09 332 21 11, 09 332 23 50)
West-Vlaanderen:
Brugge: AZ Sint Jan (050 45 23 12)
Oostende (050 45 23 20)
Is het vaccin tegen apenpokken gratis?
De overheid biedt het vaccin gratis aan.
Als je dossier door je hiv-specialist of huisarts voorbereid werd, rekent het ITG enkel de kost van een medische consultatie aan. Indien je tijdens je bezoek toch uitzonderlijk nood hebt aan het advies van een dokter, zal dat volgens de geldende RIZIV-nomenclatuur aangerekend worden.
Ben ik beschermd als ik al apenpokken heb gehad?
Ons inzicht in de periode van immuniteit na een apenpokkenbesmetting, is momenteel beperkt.
Zelfs na infectie met het apenpokkenvirus dien je verdere blootstelling te vermijden. Na een apenpokkeninfectie blijven de algemene preventieve aanbevelingen van toepassing.