Studiegelden

Studiegelden aan het ITG

Studiegelden bestaan uit inschrijvingsgeld en een kost per studiepunt.

• Het inschrijvingsgeld betaal je slechts één keer per cursus, masterprogramma of academiejaar. Als je meerdere cursussen volgt binnen hetzelfde academiejaar, hoef je het inschrijvingsgeld maar één keer te betalen.

• De kost per studiepunt (of creditgeld) wordt berekend op basis van het aantal studiepunten dat je opneemt.

Voor masteropleidingen is het volledige studiegeld (inschrijvingsgeld en creditgeld) verschuldigd bij inschrijving. Bij programma's die over meerdere jaren gespreid zijn, betalen studenten het studiegeld bij voorkeur volledig vooraf. Indien nodig kan echter een betalingsplan in termijnen worden afgesproken. Neem contact op met de Dienst Studentenvoorzieningen voor ondersteuning.

Als het aantal studiepunten tijdens een programma verandert, wordt het collegegeld in verhouding aangepast of terugbetaald.

Studiegelden verschillen voor studenten uit de Europese Economische Ruimte (EER) en niet-EER-studenten, in overeenstemming met Europese praktijken. Voor niet-EER-studenten zijn de kosten hoger, vooral wanneer een verblijfsvergunning vereist is in plaats van een toeristenvisum. De harmonisatie van inschrijvingsgelden voor EER-studenten wordt gerechtvaardigd door de mobiliteit binnen de EU en de wederkerigheid tussen EU-lidstaten. Deze inschrijvingsgelden zijn afgestemd op de gebruikelijke tarieven in België en de EU.

*Burgers van Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk worden behandeld als EER-studenten.

Beginselen van ITG-studiegelden

• Om te garanderen dat het studiegeld het aantal studiepunten in het studieplan van een student weerspiegelt, wordt er een onderscheid gemaakt tussen het inschrijvingsgeld en het creditgeld.

• De tarieven zijn gestandaardiseerd voor alle cursussen en programma's.

• Studiegelden worden gebenchmarkt om ervoor te zorgen dat ze overeenkomen met de juiste marktniveaus, zowel binnen de EU als internationaal.

• De studiegelden voor collaboratieve cursussen worden aangepast om samenwerkingsverbanden met andere instellingen voor hoger onderwijs te ondersteunen.