Overzicht stories
Persberichten

PrEP is veelbelovend, maar bereikt nog niet iedereen

6 jaar PrEP in België: drempels, noden en nieuwe uitdagingen
PrEP

In de grootschalige PROMISE studie onderzochten het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen en de Universiteit Antwerpen (UAntwerpen) hoe PrEP-zorg geoptimaliseerd kan worden voor een maximaal effect op de hiv-epidemie in België. Uit gesprekken en surveys met mannen die seks hebben met mannen (MSM), personen met een migratieachtergrond, sekswerkers en zorgverleners, bleek de nood aan laagdrempelige en meer gedifferentieerde zorg hoog.

 Het aantal hiv-diagnoses in België gaat al enkele jaren in dalende lijn. Deze daling gaat echter langzaam en onderzoekers zien zelfs een groter aandeel in hiv-infecties bij MSM met een migratieachtergrond. Er blijft dus nood aan preventie in de strijd tegen hiv. Een doeltreffend middel daarbij is de hiv-preventiepil PrEP (Pre-Exposure Prophylaxis). Waarom bereikt PrEP dan toch niet iedereen die er baat bij heeft? Het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen en de Universiteit Antwerpen (UAntwerpen) onderzochten hoe PrEP optimaal ingezet kan worden in België.

Homogene groep gebruikers

Met meer dan 5.000 PrEP-gebruikers, gaat het aantal al jaren in stijgende lijn. De huidige gebruikers zijn bijna uitsluitend (99%) MSM met de Belgische nationaliteit. MSM die minder kennis hebben van PrEP, een slechtere mentale gezondheid of financiële problemen hebben, vinden minder snel de weg naar de hiv-preventiepil. PrEP is ook minder gekend bij MSM die lager opgeleid zijn, niet in grote steden leven, minder open zijn over hun seksualiteit of zich niet identificeren als homoseksueel.

“We zien dat waar PrEP beschikbaar is, zorgverleners kwaliteitsvolle zorg bieden en gebruikers tevreden zijn. Nu moeten we ons samen met onze partners focussen op het verhogen van PrEP-gebruik en andere preventiestrategieën, vooral bij kwetsbare groepen,” zegt Thijs Reyniers, socioloog bij het ITG. “De lessen die we uit de PROMISE studie trekken, zijn ook belangrijk voor nieuwere vormen van PrEP, zoals langwerkende injecties. We zijn in België koploper in het aanbieden van PrEP, nu nog in het reduceren van hiv-infecties.”

Het onderzoeksteam ziet dat de vrees voor negatieve reacties en het aantal PrEP-gebruikers in iemands netwerk de keuze voor PrEP beïnvloedt. Ze spraken met leden van groepen waarin bijna iedereen PrEP gebruikt, maar ook met personen uit kringen waarin PrEP-gebruik nauwelijks voorkomt. Met andere woorden, sociale normen en netwerken spelen een grote rol.

Veelvoudige belemmeringen

Personen met een migratieachtergrond zijn oververtegenwoordigd in de cijfers over nieuwe hiv-diagnoses, zowel bij MSM als bij heteroseksuelen, maar ondervertegenwoordigd onder PrEP-gebruikers. De grootste barrière is structureel. Mensen die geen verblijfsdocumenten hebben, en dus niet aangesloten zijn bij een mutualiteit, hebben geen toegang tot PrEP. Dit probleem uit zich voornamelijk bij mannelijke en transvrouwelijke sekswerkers, een groep met een hoge kwetsbaarheid voor hiv. Verder spelen de hoge drempels naar gespecialiseerde hiv-referentiecentra (HRC) en sociaaleconomische kwetsbaarheden zoals financiële problemen en instabiele leefomstandigheden een grote rol. Ook het taboe op hiv en seksualiteit en de toegang tot van informatie rond PrEP zijn belangrijke verklarende factoren voor dit onevenwicht. 

Veerle Buffel, socioloog aan de UAntwerpen ziet de kloof tussen MSM die in aanmerking komen voor PrEP en zij die PrEP gebruiken, sterk afnemen. “Maar we moeten ons blijven inspannen voor wie een hoge kwetsbaarheid voor hiv heeft, maar nog niet de weg naar PrEP vindt,” zegt ze.

Gedifferentieerde zorg

Het groeiende aantal PrEP-gebruikers verhoogt de werkdruk op de twaalf HRC in ons land. Om beter tegemoet te komen aan de noden van PrEP-gebruikers en om de drempel voor kwetsbare groepen te verlagen, is er nood aan flexibiliteit in het zorgmodel. De centra pleiten voor minder consultaties voor stabiele gebruikers, het verschuiven van routinezorg van artsen naar verpleegkundigen en het versterken van de samenwerking tussen HRC, huisartsen en doelgroepenorganisaties. Om dit te realiseren en de kwaliteit te garanderen, is er een wettelijk kader en training voor huisartsen nodig.

“Vorig jaar hebben we met alle ministers van Volksgezondheid een nieuw interfederaal hiv-plan afgeklopt waarmee we het aantal hiv-besmettingen in ons land willen laten afnemen,” zegt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. “PrEP is een belangrijk onderdeel van dit plan. We hebben daarom de voorwaarden om PrEP te kunnen voorschrijven binnen de HRC al versoepeld en nu zijn we regelgeving aan het voorbereiden zodat sekswerkers terecht kunnen voor hun PrEP in de psycho-sociale centra voor sekswerkers. De PROMISE studie van het ITG leert ons welke drempels er verder nog zijn. Ik zal aan het hiv-monitoring comité vragen om in het kader van deze studie te bekijken welke acties we verder kunnen ondernemen om de curve van nieuwe hiv-besmettingen niet langzaam maar steil naar beneden te laten gaan.

“Het PROMISE onderzoek is heel erg waardevol. Met de aanbevelingen kan gezocht worden naar de meest effectieve preventiestrategieën om de hiv-epidemie een halt toe te roepen. Vlaanderen neemt de aanbevelingen die binnen onze bevoegdheden liggen uiteraard ter harte. Dit symposium toont ons duidelijk bij welke doelgroepen we nog meer moeten inzetten op communicatie en sensibilisering rond PrEP-gebruik. De resultaten stellen ons in staat om goed verder een onderbouwd beleid uit te bouwen. De resultaten van het PROMISE onderzoek mogen ons echter niet in de richting duwen van puur medicaliseren van de oplossing. Het is en blijft belangrijk om oog te hebben voor de combinatie van zowel kennis, motivatie, gedrag en medicatie. PrEP is niet zomaar een simpel pilletje, maar één van de middelen om zorgzaam met jezelf en je partner om te gaan.” zegt Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits.

PROMISE symposium

Op 9 juni organiseert het ITG een symposium over de resultaten van de PROMISE studie. Meer dan 150 professionals uit de zorgsector, beleidsmakers en onderzoekers zullen hieraan deelnemen, aanbevelingen formuleren en debatteren over de toekomst van PrEP in België. Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits licht in een videoboodschap het Vlaams beleid toe, Tina Van Havere, adviseur op het Kabinet van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke zal het federale beleid toelichten. Het PROMISE project kwam tot stand met de steun van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO).

Spread the word! Deel dit artikel op

Meer stories