MSB108165(High)

Een doorsnee dag in Khost, Afghanistan

Door de ogen van Séverine zien we hoe een typische dag in de kliniek eruitziet.

Een doorsnee dag in Khost

(2 januari 2014)


7.30 uur: Ontbijt met Nescafé en Afghaans brood met Nutella. Het blijft me verbazen wat je allemaal in Kabul kunt vinden. De aanwezigheid van de Amerikaanse troepen, die al 12 jaar in het land zijn, heeft daar zeker aan bijgedragen. We hebben cornflakes, -slechte- Slovaakse chocolade en zelfs pestosaus. Afghanistan lijkt droog en dor, maar je kunt er lokaal gekweekte bananen, peren en granaatappels vinden.

Sigrid, onze Noorse kinderarts, komt binnen na een moeilijke nacht. Een van de premature tweelingjongens is een uur geleden overleden. De baby's wogen 1400 en 1500 gram, twee kleine Afghaanse jongetjes. Het jongetje van 1400 gram heeft de eerste paar dagen overleefd, dus we begonnen hoop te koesteren. Maar vanwege longproblemen kon het kleintje niet verder. Zijn iets grotere broertje van 1500 gram doet het tot nu toe redelijk goed.

Sigrid komt uit het land met het beste sociale systeem ter wereld en is neonatoloog. In Noorwegen houdt ze baby's van 500 gram in leven. Dit 1400-grams jongetje zou in Noorwegen hoogstwaarschijnlijk hebben overleefd, dus is het als arts heel moeilijk te aanvaarden dat dit jongetje niet te redden viel. De prioriteit van Artsen Zonder Grenzen in dit project ligt bij de moeders. In Afghanistan is de moeder 100 keer belangrijker dan de baby. De premature baby's krijgen antibiotica, suikerwater en we houden ze warm met een lamp in een bedje, maar daar houdt het op.

Hier geldt "survival of the fittest". Soms gebeuren er wonderen, maar helaas niet altijd.

"Deze baby had niet hoeven sterven," zegt Sigrid.

Cristina, onze Italiaanse anesthesist, maakt sterke Italiaanse koffie en biedt een luisterend oor. Het helpt - een beetje.

8.00 uur: Ochtendvergadering. Voor onze veiligheid verblijven we in het ziekenhuis, dus ik heb nog niet veel van de stad Khost gezien. Het landschap is prachtig omdat er zojuist 10 cm sneeuw is gevallen. Afghaanse mannen gooien sneeuwballen naar elkaar en een paar durvers proberen ons ook te raken. Sigrid en ik duiken lachend weg voor de sneeuwballen. Geen enkele Afghaanse man zou ooit een sneeuwbal naar een Afghaanse vrouw gooien (vrouwen dragen boerka's en mannen mogen zelfs niet naar hen kijken), maar als expatvrouwen hebben we echt het gevoel dat we hier worden gezien als een 'derde geslacht', iets tussen een man en een vrouw.

11.00 uur: Zaalronde. Aisha wil naar huis. Gisteren is ze bevallen van baby nummer 13, acht meisjes en vijf jongens, en ze zijn allemaal in leven, zegt ze trots. De twaalf kinderen thuis wachten op hun moeder. Aisha heeft ook last gehad van de bijna obligatoire bloeding, een ernstige postpartumbloeding. Haar hemoglobinegehalte is gedaald van 11 naar 7,2, dus ze stond op het randje van een bloedtransfusie. Gisteren stond ik nog bezweet haar baarmoeder te masseren in afwachting tot de medicatie zou beginnen werken. Vandaag wil ze zo snel mogelijk naar huis. Ze voelt zich goed, zegt ze, en haar kinderen hebben haar nodig.

"Aisha, familieplanning!" zeg ik tegen haar. Of 'waqfa' in het Pashto. De dertien kinderen hebben haar nodig, maar we willen niet dat ze doodbloedt na baby nummer 14. In het Pashto antwoordt ze dat ze elke baby accepteert die Allah haar schenkt.

Na tien minuten discussie, waarin ik suggereerde dat God wil dat we onze hersenen gebruiken en de kansen aannemen die we krijgen (ik herinnerde me het citaat uit de Koran/hadith van Mohammed: "Vertrouw op Allah, maar bind wel je kameel vast"), stemde ze in met de injecties. Op die manier kan ze ten minste drie maanden lang niet zwanger worden. Of ze ooit terug zal komen voor de volgende injectie, kunnen we alleen maar afwachten. Tijdens de Talibanperiode tussen 1996 en 2001 was geboortebeperking wettelijk verboden, en ook onderwijs voor vrouwen bestond niet. Nu, meer dan 10 jaar later, gaat het iets beter, maar het blijft een moeilijk onderwerp in de Afghaanse cultuur.

14.00 uur: Lunchtijd. Nour, onze Afghaanse kok, luistert vol passie naar de radio. Afghanistan speelt de halve finale van cricket tegen Pakistan in een of ander internationaal toernooi. We beseffen al snel dat onze lunch vandaag wat later zal zijn. Sport verenigt mensen, overal ter wereld, zelfs in het midden van een oorlogsgebied.

19.00 uur: Keizersnede voor een mirakelbaby. De moeder kwam hier na een tocht van 2 uur aan met 50 cm bengelende navelstreng tussen haar benen. Buiten vriest het -10°C. Toen ze aankwam, dacht ik dat het kind het niet zou overleven. Maar het meisje van 2200 gram kwam er springlevend uit. Soms is God toch met ons.

21.00 uur: Discussie tussen de expats over de statistieken. Het ziekenhuis is bijna één jaar open. Het afgelopen jaar zijn hier meer dan 11.000 vrouwen bevallen. Dit betekent dat bijna elke familie in de provincie Khost een baby heeft gekregen in ons ziekenhuis. Helaas hebben we ook vijf vrouwen verloren door complicaties tijdens hun zwangerschap. Een gezonde baby en een gezonde moeder zijn een geschenk van Allah, zoals onze Afghaanse collega's zeggen.

We zien onze patiënten op een crisispunt in hun leven. We proberen ons best te doen in de Afghaanse omstandigheden, en daarna gaan ze verder met hun leven. Het enige dat we kunnen zeggen is 'Da Allah pa Aman', wat in het Pashto betekent 'Ga met God in vrede'. Dit is hier de mooie manier om afscheid te nemen van iemand.

Da Allah pa Aman en het allerbeste voor iedereen in 2014,

 Séverine