joel-heard-h7wEYf-LUCk-unsplash

De bomaanslag

Baby's blijven komen en daar kan noch de Taliban, noch de Islamitische Staat iets aan veranderen.

De bomaanslag

(12 mei 2018)


Ik zit op ons terras in Afghanistan met een grote kop thee en heerlijk weer met een zacht briesje. We leven op het terrein van het ziekenhuis, door alle veiligheidsproblemen in de omgeving.

Waarschijnlijk denkt de meerderheid van de wereldbevolking dat het compleet krankzinnig is om vrijwillig in Khost, Afghanistan, te werken. Vooral na wat er deze week maandag is gebeurd (misschien is het nieuws ook tot bij jullie geraakt, het was op BBC en over de hele wereld). Een aanval op de moskee, op 100m van ons ziekenhuis. Mensen kwamen er zich aanmelden om te stemmen voor de komende verkiezingen van eind dit jaar. 17 mensen stierven en meer dan 30 gewonden... De Taliban staan erom bekend dat ze de democratische processen in dit land zoveel mogelijk proberen te beschadigen, maar ze ontkennen elke betrokkenheid. Islamitische Staat (IS) is hier ook aanwezig, dus we weten gewoon niet wie verantwoordelijk is.

Ik was in de verloskamer bezig met een moeilijke bevalling toen het gebeurde.

Een heel luide knal en de vroedvrouwen begonnen te huilen en hun familie te bellen - voor hen is dit helaas een normaliteit geworden.

Ik maande hen aan zich te herpakken. We zaten middenin een bevalling (een ventouse-bevalling voor een baby die er niet uit geraakte) en dan was er een patiënt met een retained second twin (eerste baby geboren en tweede baby nog steeds binnen na een uur) die onmiddellijke aandacht nodig had. Gelukkig was de baby kerngezond toen hij 10 minuten later ter wereld kwam. Nieuw leven tussen de oorlog, dat is Afghanistan.

Niemand van ons personeel raakte gewond bij de bomaanslag, maar iedereen kent wel iemand die in de moskee was op dat moment. Wij zijn gelukkig geen doelwit. Artsen Zonder Grenzen communiceert met alle actoren in het conflict en we zijn geliefd door de lokale gemeenschap. Ook de Taliban willen niet dat hun vrouwen of kinderen sterven tijdens een bevalling.

De kwaliteit van onze medische zorg en de hoeveelheid patiënten vormen onze grootste garantie op veiligheid. Vorig jaar hebben we 23.000 bevallingen gedaan. Ik denk dat dit ons op de lijst van de 10 grootste materniteiten in de wereld plaatst, en volgens het Afghaanse ministerie van gezondheid wordt één op de tien baby's in dit land geboren in een door AZG-ondersteunde faciliteit. En het mooiste deel: onze Afghaanse collega’s zijn trots op hun werk.

Vijf jaar geleden ben ik voor het eerst naar dit land gekomen en ben elk jaar minstens één keer teruggekeerd. Ik heb een aantal bevallingen van onze vroedvrouwen gedaan, aan een paar van onze personeelsleden hun eerste keizersnede aangeleerd, thee gedronken, uren en uren gekletst. Geluisterd naar verhalen over vreselijke schoonmoeders, verhalen over zowel verschrikkelijke als zeer goede mannen, de druk om veel jongens te baren, kortom het leven in Khost.

Terwijl ik dit schrijf, volgt de kok een cricketwedstrijd op de radio (cricket is de nationale sport) en ik probeer te begrijpen wat ze in Pashto zeggen. Vanochtend toen ik langsliep voor een kop koffie, was er een Engelse les voor beginners op de radio met als eerste zin vertaald uit Pashto in het Engels: "they hid me in my house for the police".

Afghanistan, geen commentaar.

Séverine