Overzicht stories
Artikels

"Veldwerk geeft je een vollediger begrip van je onderzoeksonderwerp"

Interview met Peruaanse wetenschapper en ITG-doctorandus Francesca Falconi
FrancescaFalconi_cut

Maak kennis met Francesca Falconi, een Peruaanse wetenschapper en doctorandus aan het ITG. Ondanks onverwachte tegenslagen, zoals gestolen bloedmonsters en een pandemie, zette Francesca door en behaalde ze haar doctoraat op tijd. We spraken met haar over haar passie voor arbovirussen, haar onderzoek naar de ontwikkeling van diagnostische instrumenten voor omgevingen met weinig middelen, en het belang en de uitdagingen van veldwerk.

Allereerst, waarom arbovirusen?

In Latijns-Amerika zijn arbovirussen een van de meest voorkomende oorzaken van acute koortsachtige ziekten. Ze vormen een belangrijk gezondheidsprobleem op heel het continent, maar treffen onevenredig hard landen met een laag of gemiddeld inkomen, zoals Peru. Muggen, teken en zandvliegen brengen virussen over die ziekten zoals dengue, chikungunya, gele koorts en zika veroorzaken. In Noord- en Zuid-Amerika wordt dengue, het meest voorkomende arbovirus in de regio, in minder dan 50% van de gevallen in het laboratorium geïdentificeerd. Dit leidt tot veel onderdiagnoses.

Waar ging je doctoraatsonderzoek over?

Door arbovirussen veroorzaakte ziekten zijn zeer moeilijk te diagnosticeren op basis van de klinische symptomen. Ze hebben allemaal dezelfde kenmerken: koorts en hoofdpijn. Bovendien zijn er in Peru zeer weinig referentielaboratoria die diagnostische tests op arbovirussen uitvoeren. Dit maakt dat de monsters lang onderweg zijn. Bovendien zijn de beschikbare tests op basis van antilichamen, die eenvoudiger en gemakkelijker in te zetten zijn in omgevingen met weinig middelen, niet nauwkeurig. Daarom wilde ik met mijn onderzoek een nieuwe generatie biomarkers identificeren om nieuwe diagnostische tests te kunnen ontwikkelen die arbovirussen specifieker kunnen opsporen. Dit zou een grote stap vooruit betekenen voor de gezondheidscentra voor behandeling, maar ook voor de ziektebestrijdingsmaatregelen van de overheid, aangezien die gebaseerd zijn op het officiële aantal gevallen.

Francesca Falconi

Met een master in biochemie en moleculaire biologie en een uitgebreide kennis van vogelziekten en leishmania is Francesca een expert op het gebied van immunologie, met name antilichamen en diagnostische tests. Ze heeft haar vaardigheden verder aangescherpt als pre-doctoraal onderzoeker aan het Instituto de Medicina Tropical Alexander von Humboldt in Lima, waar ze betrokken was bij samenwerkingen met het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG). In 2018 ging ze een nieuwe uitdaging aan en begon ze haar doctoraatsprogramma, waarbij ze het opkomende domein van arbovirussen zoals dengue, zika en chikungunya onderzocht onder leiding van Kevin Ariën, het hoofd van ITG’s Dienst Virologie. Haar doctoraatsprogramma werd gefinancierd door de vierde kaderovereenkomst van het ITG met het directoraat-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD).

Hoe heb je het veldwerk ervaren?

Mijn veldwerk begon in 2018, ik moest toen verzamellocaties vanaf nul opzetten. Dat betekende persoonlijke contacten leggen bij ziekenhuizen aan de kust, in het regenwoud en in het zuiden. In dat eerste jaar was ik de helft van mijn tijd onderweg. Maar het loonde de moeite. Ik bouwde een netwerk op van ziekenhuizen in het hele land, wat cruciaal is voor verder onderzoek. Het was ook een ontnuchterende ervaring om met de getroffen gemeenschappen te werken, en het veldwerk gaf me een vollediger begrip van mijn onderwerp.

field-work-1-resized-vertical Technicus Daniel Wong in Quistococha, Iquitos tijdens de monstername

Met welke uitdagingen werd je geconfronteerd?

Dat waren er veel (lacht)! Allereerst vond er in 2017 een grote dengue-uitbraak plaats in het noorden van Peru, waar de meeste gevallen voorkomen. Daarom werden er in het hele land serieuze muggenbestrijdingsmaatregelen ingezet. Wat vervolgens resulteerde in een zeer laag aantal gevallen in 2018, net toen ik begon met de verzameling van mijn monsters. Dit gaf me gemengde gevoelens, want het was natuurlijk goed voor de getroffen bevolkingsgroepen, maar slecht voor mijn project. Ik wist echter dat het een voorbijgaand effect was en dat er in de toekomst nieuwe uitbraken zullen volgen.

Ten tweede moesten we in de loop van één jaar drie monsters van dezelfde patiënten verzamelen. De eerste in de acute fase van hun ziekte, de tweede na drie maanden, en een derde na nog eens drie maanden. Zodra de mensen weer gezond waren, konden we ze moeilijker overtuigen om monsters te blijven geven en deel te nemen aan onze studie. Ze zagen het nut er niet meer van in.

We hadden ook te maken met logistieke uitdagingen. Reizen naar de afgelegen gebieden was niet alleen tijdrovend, maar ook duur. We moesten alle monsters terugsturen naar Lima voor laboratoriumonderzoek. Een keer, na de derde reis, werden de monsters uit de transportwagen gestolen. Ik kon het niet geloven en moest terug om de monsters opnieuw te verzamelen. En dan was er natuurlijk de COVID-19-epidemie. Tijdens de uitbraak was ik in Antwerpen om aan mijn promotoren verslag uit te brengen over de voortgang van mijn doctoraat. Uiteindelijk strandde ik maandenlang totdat ik een repatriëringsvlucht kon nemen. Gelukkig verloor ik niet veel tijd, omdat ik tegen dan bezig was met gegevensanalyse. Maar mijn traject was zeer bewogen, om niet te vergeten (lacht)! De steun van mijn begeleiders, vrienden en familie hielp me er doorheen te navigeren.

Je hebt vorig jaar in juni je doctoraat verdedigd, en je bent nu postdoctoraal onderzoeker bij IMTAvH. Waar werk je nu aan?

Ik ben hoofdonderzoeker van het KUNASA-project. Kunasa betekent "Wat is het?" in het Aymara, een inheemse taal in Peru. In dit project proberen we samen met een bedrijf een biobank met monsters aan te leggen en markers om ernstige dengue te identificeren. Het project wil door benaderingen die toepasbaar zijn op omgevingen met weinig middelen, onderdiagnose van arbovirussen verminderen. Een van die benaderingen is de validering van een zeer gevoelige real-time PCR-machine die tegelijk vier arbovirussen test. Dit apparaat vereist bovendien zeer weinig opleiding voor het personeel dat het bedient.

Ten tweede, willen we door Next Generation Sequencing andere virussen ontdekken die koortsachtige ziekten veroorzaken in het Peruaanse Amazonegebied. We hebben gezien dat 60% van de koortslijders negatief blijft voor de geteste arbovirussen, en we willen uitzoeken welke andere ziekteverwekkers de ziekte veroorzaken. Voor de eerste helft van dit jaar staan al nieuwe publicaties op stapel waaraan we samen met ITG-virologen hebben gewerkt.

Ik ben blij dat er nu een doctoraatstudent bij het ITG een vervolgstudie doet met al veelbelovende resultaten. Het is een genot om kennis aan haar over te dragen. 

En wat zijn je toekomstplannen?

Een bekend onderzoeker van arbovirussen in Latijns-Amerika worden!

Spread the word! Deel dit artikel op

Meer stories