"Werken met Leishmania is niet alleen wetenschappelijk boeiend maar ook maatschappelijk relevant"

Dag Gosia, wat heeft jou geïnspireerd om onderzoeker te worden?
GOSIA Ik ben altijd al gefascineerd geweest door dingen die je niet met het blote oog kunt zien. Dat bracht me aanvankelijk naar de genetica: hoe DNA de eigenschappen van alle organismen bepaalt, hoe cellen hun groei reguleren en hoe ze interageren met hun omgeving. Een carrière als plantengeneticus leek een logische keuze. Later werd ik ook geïnteresseerd in het begrijpen van ziekten en de werking van geneesmiddelen. De complexiteit van biologische systemen bestuderen en ontrafelen is mijn passie. Het is de reden waarom ik hier vandaag sta.

Hoe is jouw interesse in experimentele parasitologie ontstaan?
GOSIA Mijn weg naar de parasitologie was nogal ongewoon. Als geneticus bestudeerde ik eerst planten. Onder meer hoe ze omgaan met stress, hoe hormonen hun groei beïnvloeden en hoe ze beslissen waar er een nieuwe vertakking komt. Toch miste ik het bredere plaatje in de plantenwetenschap. Toen ik een vacature bij het ITG zag voor onderzoek naar de genetica van Leishmania-parasieten via single-cell genomics, was ik meteen geboeid. Leishmania is zo'n bijzonder organisme, een droom voor een geneticus zoals ik. Dus ik waagde de sprong, solliciteerde en werd aangenomen (lacht).
Het fijne aan werken met Leishmania is dat het niet enkel wetenschappelijk boeiend is, maar ook zeer maatschappelijk relevant. Deze parasiet veroorzaakt leishmaniasis bij mensen. De mildere vorm ervan kan ernstige littekens veroorzaken, die in sommige gemeenschappen tot stigmatisering en sociale uitsluiting kunnen leiden. De ernstige vorm van leishmaniasis is zonder behandeling vaak dodelijk.
"Ik vond het belangrijk dat iemand deze rol opnam: de biologie van de parasiet bestuderen zodat anderen op basis van die kennis effectieve behandelingen kunnen ontwikkelen."
Malgorzata Domagalska

Leishmaniasis
Leishmaniasis is een infectieziekte veroorzaakt door de Leishmania-parasiet, die wordt overgedragen via de beet van een geïnfecteerde zandvlieg.
Het is de belangrijkste parasitaire ziekte na malaria en treft jaarlijks ongeveer 3 miljoen mensen in 88 landen. Toch wordt het nog steeds geclassificeerd als een verwaarloosde tropische ziekte (NTD) door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Tot op heden bestaat er geen vaccin en is het aantal beschikbare behandelingen beperkt. De parasiet staat erom bekend zich aan te passen aan geneesmiddelen via mutaties en resistentie.
Onze onderzoekers staan al decennialang in de frontlinie van de strijd tegen deze dodelijke en stigmatiserende ziekte, in nauwe samenwerking met partners wereldwijd.

Wat maakt deze parasiet zo bijzonder?
GOSIA Leishmania is een eencellig organisme. Het bestaat in tegenstelling tot meercellige organismen, zoals mensen of planten, uit één enkele cel. Het is ook een eukaryoot: de cel bevat een kern en organellen, net als menselijke cellen.
Wat Leishmania echt bijzonder maakt, is het vermogen om het aantal chromosomen te variëren, dat fenomeen noemen we mozaïek-aneuploïdie. Bij mensen is een abnormaal aantal chromosomen meestal schadelijk, maar bij Leishmania zorgt deze genetische flexibiliteit ervoor dat de parasiet zich zeer goed kan aanpassen en zich tegen geneesmiddelen kan verzetten. Hierdoor is leishmaniasis zo moeilijk te behandelen.
En tot overmaat van ramp is leishmaniasis een verwaarloosde tropische ziekte, wat betekent dat er weinig financiering is voor onderzoek en medicijnontwikkeling. Vandaag zijn er slechts een paar nieuwe geneesmiddelen in ontwikkeling en sommige bestaande middelen verliezen hun werking in bepaalde regio’s.

Wat vind je het meest intrigerend aan de relatie tussen parasieten en hun gastheer?
GOSIA Ik vind het ongelooflijk hoe parasieten zich aanpassen aan totaal verschillende omgevingen, van zoogdiergastheren tot insecten. Bij Leishmania fungeren zandvliegen als vectoren: een besmette zandvlieg kan via een beet de parasiet overbrengen op een mens, die vervolgens leishmaniasis kan ontwikkelen.
Hoewel de lichamen van mensen en insecten totaal verschillend zijn, slaagt Leishmania erin om in beide te overleven en zich voort te planten. Deze overlevingsmechanismen begrijpen is noodzakelijk om betere behandelingen te kunnen ontwikkelen.
Wat vind je fijn aan je job?
GOSIA Het bijdragen aan de uitbreiding van de kennis over Leishmania en andere verwaarloosde tropische ziekten is één van de meest bevredigende aspecten van mijn werk. Door hun biologie te bestuderen, kunnen we betere strategieën ontwerpen en effectievere behandelingen ontwikkelen voor leishmaniasis en de ziekte van Chagas.
Ik geniet er ook van om studenten te begeleiden en hen bewust te maken over deze onderbestudeerde organismen. Het is geweldig om te zien hoe studenten enthousiast worden over het onderzoek en het wereldwijde gezondheidsbelang ervan inzien.

Mogen we je een ambassadeur voor Leishmania-bewustwording noemen?
GOSIA Ik doe mijn best! (Lacht)
Waar werk je momenteel aan?
GOSIA Mijn onderzoek richt zich op het aanpassingsvermogen van Leishmania, vooral op hoe de parasiet reageert op geneesmiddelen en overleeft in verschillende omgevingen. Daarnaast bestudeer ik Trypanosoma cruzi, de parasiet die verantwoordelijk is voor de ziekte van Chagas: een ziekte die mogelijk nóg minder onderzocht wordt dan Leishmania.
Verder onderzoek ik onder andere de instabiliteit van het genoom en hoe dat de parasieten toelaat zich aan te passen aan stress, zoals blootstelling aan geneesmiddelen.
Ik ben ook bijzonder geïnteresseerd in quiescentie, een soort sluimertoestand die parasieten in staat stelt extreme stress te overleven. Vergelijk het met een immuunrespons van een (menselijk) lichaam of door blootstelling aan een geneesmiddel. In deze toestand stoppen de parasieten met zich te vermenigvuldigen, verlagen ze hun metabolisme en wachten ze op betere tijden.
Een ander fascinerend aspect is de heterogeniteit (mozaïekvormigheid) binnen Leishmania-populaties: zelfs genetisch identieke cellen kunnen functioneel verschillend zijn. Zo kan een klein deel van de cellen in quiescentie gaan en een behandeling overleven, terwijl de rest sterft. Deze ingebouwde diversiteit zorgt ervoor dat altijd een paar parasieten overleven en zich kunnen aanpassen.
Tenslotte onderzoek ik het Leishmania RNA-virus (LRV) en de impact ervan op behandelingsresultaten. Het concept van een "parasiet binnen een parasiet" is zowel wetenschappelijk fascinerend als belangrijk voor de ziektebestrijding, want Leishmania die besmet is met LRV, reageert anders op medicatie.
Werk je samen met internationale teams of andere departementen binnen het ITG?
GOSIA Absoluut. We werken met internationale samenwerkingen, vooral in Latijns-Amerika, waar deze ziekten het meest voorkomen.
We maken deel uit van het Leishmania Centre van het ITG, een multidisciplinaire expertengroep met vijf onderzoeksdiensten verspreid over drie departementen, de grootste in zijn soort. Ik focus op de parasiet zelf, terwijl collega’s werken met patiënten of populaties. We delen voortdurend kennis om samen betekenisvolle resultaten te bereiken. We werken ook samen met partners in meer dan tien endemische landen verspreid over drie continenten.
Voor Trypanosoma cruzi werk ik samen met Ecuador, Uruguay, de Universiteit van Glasgow en Warwick University. Voor Leishmania-onderzoek werk ik samen met Marokko, Nepal, Peru, India, Kenia, McGill University (Canada), het Institut Pasteur (Frankrijk), evenals met partners in Tsjechië, Brazilië en opnieuw de Universiteit van Glasgow.
Wat zijn je ambities voor de komende jaren?
Gosia: De komende jaren hoop ik een diepgaand inzicht te verwerven in hoe parasieten zoals Leishmania en Trypanosoma cruzi zich aanpassen aan geneesmiddelen. Ik wil alle mechanismen van stressadaptatie in kaart brengen, vooral bij blootstelling aan geneesmiddelen.
In vergelijking met andere eukaryote pathogenen weten we nog heel weinig over hoe deze parasieten zich aanpassen en overleven. Ze zijn extreem veerkrachtig. We moeten hun adaptieve mechanismen begrijpen om gerichte strategieën te ontwikkelen die hen effectief kunnen uitschakelen.
Gosia Domagalska
Malgorzata (Gosia) Domagalska is geneticus en sinds januari 2025 hoofd van de pas opgerichte Dienst Experimentele Parasitologie aan het ITG. Met een doctoraat in plantengenetica van het Max Planck Instituut in Keulen (Duitsland), begon ze haar carrière met onderzoek naar plantontwikkeling en -hormonen, onder meer als Marie Curie Fellow aan de Universiteit van York (VK).
Na onderzoeksposities aan de Universiteit van Antwerpen (België) en de Universiteit van York (VK), trad ze in 2015 in dienst bij het ITG, waar ze haar focus verlegde naar verwaarloosde tropische ziekten. Hier richt ze zich op single-cell genomica en adaptatiestrategieën van Leishmania.
Volg Gosia's onderzoek op:
Spread the word! Deel dit artikel op