De blijvende impact van missiezuster Florence Nelson


Een paar maanden geleden werden we benaderd door Dan Lundblad uit Pennsylvania. Hij had een nogal ongebruikelijk verzoek: of we een kopie konden vinden van het diploma van zijn moeder, die in 1935 aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde studeerde. We vonden het verzoek zo intrigerend dat we besloten dieper te graven. Via online gesprekken met haar kinderen Dan, Janet en David Lundblad en tijdens een bezoek aan het ITG van Dan en zijn vrouw Joan afgelopen mei, kwamen we meer te weten. Terwijl ze over hun familiegeschiedenis spraken, ontvouwde zich een verhaal van liefde, toewijding en invloed over generaties heen.
Hoe kwamen jullie in contact met ons?
Dan: Ik maakte plannen om met mijn zoon naar Rwanda te gaan en wilde in België stoppen om Oostende en Brugge te bezoeken. Toen ik naar de praktische aspecten keek, werd het me duidelijk dat ik ook naar Antwerpen kon gaan, om te zien waar mijn moeder had gestudeerd. Dus nam ik contact op met het ITG.

Jullie moeder was missionaris en werkte voor een protestantse kerk. We hebben wat foto's van de studenten in de jaren 1930, waarop een mix te zien is van katholieke zusters en jonge vrouwen in gewone kleding. We hebben er nooit bij stilgestaan dat die laatsten ook missionarissen konden zijn. Waarom besloot je moeder naar Afrika te gaan? Stuurde de kerk haar of was het uit persoonlijke interesse?
Janet: Moeder groeide op in Nebraska en naar mate haar geloof groeide, voelde dat God haar riep om zendeling te worden. Onze kerkgenootschap (Covenant) had op dat moment zendingswerk in China, dus dacht ze dat ze daarheen zou gaan. Een van haar postdoctorale opdrachten was echter werken in het Cook County Hospital in Chicago, waar patiënten uit heel Chicago en uit vele culturen werden opgenomen. Ze had daar enkele ontmoetingen waardoor ze zich afvroeg of God haar vroeg naar Afrika te gaan. En op dat moment dacht onze kerk erover om daarheen te gaan, omdat China er steeds onzekerder uitzag voor niet-Chinezen. Toen het verbond hun werk in Afrika begon, was mama's hart klaar om ja te zeggen.

Ze kwam terecht aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, waar ze de 'Cours Inférieur' volgde, gericht op verpleegkundigen, missionarissen en agenten sanitaires (overheidsfunctionarissen). Het was fascinerend om haar beschrijvingen van de voormalige docenten en professoren van het ITG te lezen. Heb je nog andere herinneringen aan haar tijd aan het ITG?
David: Moeder zei dat het voelde alsof geneeskunde van nul moest beginnen leren, omdat tropische geneeskunde totaal anders was dan wat ze had geleerd als verpleegster was in de ziekenhuizen in Chicago en Omaha, Nebraska. Ze realiseerde zich dat het een hele nieuwe wereld was waar ze nog nooit mee te maken had gehad.
Dan: Op een gegeven moment zegt ze in haar brieven dat ze veel tijd besteedde aan het leunen over een microscoop en het bekijken van deze staaltjes om uit te zoeken welke ziekten erin voorkwamen. Ik denk dat het eindexamen in grote mate microscopisch werk was.
Janet: Mijn moeder had het over sommige van de andere studenten die net als zij in het Y.W.C.A. in Antwerpen verbleven en hoe zij ook missionarissen waren. Maar er werd haar verteld dat zij de enige van de missionarisgroep was die de cursus met succes had afgerond, wat haar verdrietig maakte.

Toen je moeder naar Congo ging, kwam ze terecht in de missiepost in Karawa, Noord-Ubangi, waar verschillende zendelingen ziek waren geworden en terug moesten naar de V.S. Hebben je vader en moeder elkaar ontmoet in Karawa?
Janet: Vader was een pastor. Het verhaal is dat toen vader in Karawa aankwam, moeder daar al twee en een half jaar was. Hij stapte van de boot op de Ubangi-rivier en de zendelingen waren opgewonden dat er een nieuwe collega aankwam. Mama stak haar hand uit en zei: “Mr. Lundblad, neem ik aan?” (Iedereen lacht - red.) Ze trouwden in Nebraska, in onze moeders geboorteplaats, in mei 1941.
Dan: Ik heb begrepen dat vader het dispensarium heeft gebouwd in de zendingspost in Gbado. Toen ze verder naar het noorden gingen, naar Wasolo, bouwde hij nog een dispensarium. Mijn moeder was zelfs betrokken bij chirurgie toen ze in deze dispensaria werkte.

Er zijn veel verhalen over mensen met een medische basis- of aanvullende opleiding die taken moesten uitvoeren die normaal gesproken door artsen worden gedaan.
David: Ook al was ze niet opgeleid als chirurg, ze vond dat ze iets moest doen. Vader stond naast de operatietafel met een grote Coleman-lantaarn omdat ze geen elektriciteit hadden, terwijl zij een operatie uitvoerde. Het klinkt als iets uit een Hollywoodfilm.
Janet: Ik was terug in Congo na mijn afstuderen en was lerares op een Congolese middelbare school. Ik sneed toevallig in mijn been en had een vrij grote jaap. Ik besefte dat wassen niet voldoende zou zijn. Ik ging naar een plaatselijk ziekenhuis en een jonge Congolese verpleger hechtte me en gaf me antibiotica. Terwijl hij aan het werk was, vroeg ik hem waar hij zijn vak geleerd had. Hij zei dat hij verpleegkunde had gestudeerd in Karawa. Ik vertelde hem dat mijn moeder daar de opleiding voor verpleegsters was begonnen! Dat was zo geweldig om te horen.
Dan: Er kwamen dag en nacht mensen naar ons huis in Congo. Ze kwamen naar mama voor medische behoeften en naar papa als pastor. Na onze evacuatie in 1960 (Congolese onafhankelijkheid - red.) moest onze vader achterblijven om voor de missie te zorgen en voor het grootste deel respecteerden de mensen dat. Toen ik twee jaar geleden terugging naar Karawa, stond het huis dat mijn vader in 1956 bouwde er nog steeds en het ziekenhuis is gegroeid. Het is opwindend om te zien hoeveel verpleegkundigen er op de school zitten die mijn moeder is begonnen.
Dat zegt iets over de nalatenschap van je ouders.
Dan: ... En de nalatenschap van ITG, in de zin dat mijn moeder daar haar kennis opstak en een deel van haar vaardigheden aan de Congolezen kon overbrengen.

Jullie moeder was duidelijk een inspirerende vrouw. Hoe heeft ze jullie persoonlijk geïnspireerd in jullie leven?
David: Ik heb er niet altijd bij stilgestaan toen ik opgroeide, maar nu heb ik grote bewondering voor haar vasthoudendheid, haar focus. Door haar wilde ik zelf verpleegster worden. Helaas is dat niet gelukt en in plaats daarvan ben ik reisagent geworden.
Janet: Wat mij betreft ook vasthoudendheid. De aanmoediging om door te gaan als er een uitdaging voor me lag. Ze was nieuwsgierig naar nieuwe dingen, nieuwe manieren en nieuwe culturen. Ik wist bijvoorbeeld niet dat ik les kon geven aan een universiteit. En zij zei: “Ja, dat kun je, met Christus' hulp kun je dit.” Ik ging naar het seminarie en werd pastor, en daarna ging ik werken als aalmoezenier in een ziekenhuis, om bij lijdende mensen te zijn en de families en het personeel te ondersteunen. Mijn moeder was er om me onderweg te begeleiden en aan te moedigen. Haar liefde was zo groot - voor ons als gezin en voor degenen die ze ontmoette en met wie ze werkte. En bovenal ben ik geïnspireerd door haar diepgewortelde geloof in God. Haar vertrouwen in God bracht haar door vele uitdagingen heen.
Dan: Moeders liefde voor het Congolese volk roept allerlei emoties bij me op. Ze had een diepe liefde voor de kinderen. We reden van het ene zendingsstation naar het andere en overal had moeder mensen die van haar hielden. En overal wilden mensen haar cadeaus geven, die ze altijd aannam, uit liefde.
Wat me tijdens het opgroeien het meest stoorde, was dat we geïsoleerd waren van de Congolese dorpen. De missiepost was meestal bovenop een heuvel gebouwd, gescheiden van het dorp. Toen ik afstudeerde aan de middelbare school, voelde het alsof ik geen Amerikaan was omdat ik in Congo was opgegroeid. Toen ik 18 was, dacht ik: “Misschien ben ik wel een Belg.” Dus reisde ik naar Brussel en ging ik negen maanden naar de Alliance Française om daar te wonen. Ik werkte in Delhaize Le Lion als magazijnier en ben echt van het Belgische volk gaan houden.
Ik wilde heel graag naar de Université Libre de Congo, en dat is gelukt. Ik ging bij mijn oom wonen. Maar uiteindelijk zei ik dat ik bij de Congolezen wilde wonen. Ik was dus de enige blanke die in de slaapzaal met alle Congolese mannen en vrouwen woonde. Ik herinner me dat er op een dag iemand naar me toe kwam en zei: “Daniel, je hebt een vrouw nodig om je warm te houden.” En ik zei: “Nee, ik heb dekens, dank je.” (iedereen lacht - red.) Dat was een geweldig jaar voor me en ik heb een paar geweldige vrienden gemaakt.
Die diepe liefde kwam echt van mijn moeder, en als gevolg daarvan ben ik zelf maatschappelijk werker geworden. Nu werk ik als christelijk counsellor.
ITG en kolonialisme
Een groot deel van het verhaal van Florence speelt zich af in de tijd dat Congo gekoloniseerd was door België. Vandaag de dag streeft het ITG naar gelijkheid, diversiteit en solidariteit.
ITG-erfgoedfonds
Wil je het ITG-erfgoedfonds steunen? Met jouw donatie kunnen we de historische collectie roerend en onroerend erfgoed van het ITG restaureren, conserveren en digitaliseren.
Spread the word! Deel dit artikel op