Overzicht stories
Artikels

"Toegang tot geneesmiddelen: krachtig symbool van ongelijkheid in de wereldgezondheid"

Interview met Raffaella Ravinetto, professor in de farmaceutische volksgezondheid en hoofd van het Departement Volksgezondheid
DSC08816_crop2
Farmacia 2_crop Op bezoek bij een apotheek in Bamako, Mali, met Artsen zonder Grenzen (2005)

Vertel ons eens over je achtergrond. Heb je altijd geweten dat je onderzoeker wilde worden?

Nee, absoluut niet. Ik ben afgestudeerd als apotheker aan de Universiteit van Turijn, Italië. Na mijn studies ging ik aan de slag in een apotheek, maar het was na zes maanden wel duidelijk dat dat niets voor mij was (lacht). Ik koos ervoor om klinisch onderzoek te verrichten bij een farmaceutisch bedrijf, maar ik voelde een sterke drang om in een internationale omgeving te werken, bij te dragen aan de wereldgezondheid en iets te doen met maatschappelijke waarde. Zo kwam ik in de humanitaire wereld terecht, bij Artsen zonder Grenzen (AzG), en werkte ik zeven jaar aan projecten op de Balkan, in Sub-Saharaans Afrika en in Latijns-Amerika. Ik richtte me op de toegang tot en de kwaliteit van essentiële geneesmiddelen.

IMG_3860_crop Internationale cursus 'Good Clinical Practice' in Nanoro bij CRUN, Burkina Faso

Hoe kwam je bij het ITG terecht?

In het humanitaire veld ben je begrensd door ruimte en tijd: je blijft een externe tussenpersoon. Ik wilde op lange termijn met de landen samenwerken. Tijdens mijn jaren bij AzG behaalde ik een postgraduaat in tropische medische biologie aan het ITG, en in 2006 ging ik bij het instituut aan de slag als hoofd van de Clinical Trials Unit (CTU), die ik 10 jaar lang heb geleid. In die tijd heb ik een doctoraat in biomedische wetenschappen afgerond over de methodologische en ethische uitdagingen van klinisch onderzoek in lage- en middeninkomenslanden. Mijn ITG-begeleider was wijlen Marleen Boelaert, die een grote inspiratiebron voor me blijft.

Na je tijd bij CTU werd je senior onderzoeker binnen het Departement Volksgezondheid.

Het was iets totaal nieuws: een voltijdse postdoc over farmaceutisch beleid, waarbij ik de portefeuille van beleid, onderzoek en onderwijs vanaf nul kon opbouwen. Het was een intrigerende uitdaging. De toegang tot kwalitatieve geneesmiddelen is een krachtig symbool van de ongelijkheden in de wereldgezondheid, en met ons werk dragen we ons steentje bij aan wereldwijde rechtvaardigheid in gezondheid. Dat is een belangrijke drijfveer geweest in mijn loopbaan.

Groupe 5_crop Opbouw van klinische onderzoekscapaciteit, Kinshasa (2009)

Wat zijn je hoogtepunten van die jaren?

Dat zijn er veel! We hebben onderzoek verricht naar kwaliteitsborgingssystemen van medicijndistributeurs in het Zuiden, en konden beleidsmakers informeren over de status van leveranciers in bepaalde landen.

Maar ook op het gebied van beleidsondersteuning, dankzij onze uitstekende samenwerking met DGD, het Belgische Ministerie van Volksgezondheid, het ITG en andere niet-gouvernementele actoren die zich inzetten voor het gebruik van kwalitatieve geneesmiddelen in hun humanitaire en ontwikkelingsactiviteiten in lage- en middeninkomenslanden (LMIC). Samen met het ministerie blijven we ons inzetten om de toegang tot gereguleerde stoffen voor pijnbestrijding in LMIC te bevorderen. Het verkrijgen van de Belgische nationaliteit was een belangrijke persoonlijke mijlpaal voor mij: Ik voel me nu meer gerechtigd om officieel lid te zijn van een nationale Belgische delegatie.

Daarnaast ontwikkelde ik een korte cursus genaamd Pharmaceutical Policies in Health Systems, met veel steun van professor Bart Criel, die mij een geweldige positie heeft gegeven als senior onderzoeker in zijn dienst. De cursus bestaat sinds 2021 en is erg populair geworden, met verscheidene topdeskundigen als docenten.

Etiopia 2011 (197)_crop Raffaella en Ermias Diro (Universiteit van Gondar) vertrekken naar Abdurafi om onderzoek naar leishmaniose te begeleiden, Ethiopië (2011)

Sinds 2018 ben je ook voorzitter van de Ethische Commissie (Institutional Review Board, IRB) van het ITG.

Dat is een heel belangrijk mandaat geweest in mijn carrière. De IRB beoordeelt alle niet-commerciële onderzoeksprotocollen waarbij ITG-onderzoekers betrokken zijn, om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan adequate ethische principes en vereisten. We zijn erg trots op ons werk tijdens de COVID-19- en mpox-epidemieën: we waren in staat om binnen vier tot vijf dagen beoordelingen te verstrekken aan wetenschappers, een cruciale zaak tijdens een noodsituatie zoals een pandemie. Daarnaast hebben we de aanwezigheid van de IRB in onze onderwijsactiviteiten vergroot en geven we nu verschillende lessen over onderzoeksethiek. Ik was altijd al geïnteresseerd in het bredere 'ecosysteem' rond medisch onderzoek en deze interesse voedt mijn werk op het gebied van beleid, integriteit en ethiek.

Soms moeten onderzoeksprojecten volgens de Belgische wetgeving worden goedgekeurd door het Ethisch Comité van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Het ITG richtte de IRB op vanwege de specifieke kenmerken van ons onderzoek: we werken in omgevingen met kwetsbare gezondheidssystemen en met maatschappelijk kwetsbare mensen, dus "extra controle" is belangrijk. Stel dat je tijdens een onderzoeksproject in België toevallig ontdekt dat een deelnemer aan het onderzoek een andere ziekte heeft. De ziekteverzekering zal in dat geval de extra behandeling vergoeden. Maar als je project in Burkina Faso wordt uitgevoerd, waar de meeste burgers geen ziekteverzekering hebben, moet je met zulke zaken rekening houden bij de opzet van het project. We letten ook op eerlijk partnerschap (fair partnership) - om te verzekeren dat de lokale onderzoekers de nodige erkenning krijgen en dat de gegevens en monsters gezamenlijk worden beheerd - en op de betrokkenheid van de gemeenschap. Onze goedkeuring is afhankelijk van de ethische goedkeuring in het land waarmee we zullen samenwerken.

In juli 2023 werd je professor in de farmaceutische volksgezondheid en in november hoofd van het Departement Volksgezondheid. Wat zijn je plannen?

Ik heb een tweeledige missie: Ik moet een dienst samenstellen en tegelijkertijd een departement leiden. In mijn dienst werken al twee geweldige onderzoekers, Saleh Aljadeeah en Belén Tarrafeta. Saleh is een apotheker uit Syrië met expertise in conflictsituaties en met vluchtelingen. Belén heeft veel ervaring met de farmaceutische systemen in Sub-Saharaans Afrika, onder andere binnen MSH- en Global Fund-projecten, en ze heeft grondige technische expertise wat betreft de toegang tot geneesmiddelen en gezondheidsdiensten. Met nieuwe projecten in het verschiet zijn we nog op zoek naar een onderzoeker in farmacovigilantie (geneesmiddelenbewaking) en een onderzoeker in onderzoeksethiek. Ook zullen we werken aan de versterking van onze relatie met de Zuid-Afrikaanse partner binnen ons vijfde DGD-programma, de School of Public Health van de University of Western Cape. De samenwerking begon op het gebied van onderwijs, maar we werken nu aan de lancering van ons eerste gezamenlijke onderzoeksproject rond farmacovigilantie. We delen dezelfde ambities: we willen een brug slaan tussen farmacie en volksgezondheid en ervoor zorgen dat farmaceutische systemen altijd worden meegenomen in de versterking van gezondheidssystemen.

Binnen het departement maken we een generatiewisseling door. In de komende maanden zullen belangrijke leiders met pensioen gaan. We zullen hen vervangen en prioriteit geven aan continuïteit, innovatie en inclusiviteit. Nu een paar maanden zijn verstreken, is mijn eerste en belangrijkste taak om met mensen te praten en te luisteren. Ik wil daar de tijd voor nemen en bruggen bouwen. Een spannende ontwikkeling is dat drie diensten een nieuwe onderzoeksgroep zullen vormen rond EcoHealth, een opkomend gebied gericht op gezondheidsproblemen op het raakvlak van mens, dier en omgeving, zoals verstedelijking en klimaatverandering. We zullen ook een senior postdoc werven die focust op de gezondheid van kinderen en adolescenten, als aanvulling op reeds bestaande onderzoekslijnen. Met het volgende beleidsplan zal er ongetwijfeld nog meer volgen.

Raffaella Ravinetto

Raffaella Ravinetto is afkomstig uit Italië en bezit de Italiaanse en Belgische nationaliteit. Ze behaalde een master in farmacie aan de Universiteit van Turijn, Italië, en een doctoraat in biomedische wetenschappen aan de KU Leuven, België. Na zeven jaar ervaring in de private farmaceutische sector werkte ze als apotheker in humanitaire programma's van verschillende ngo's op de Balkan en in Afrika. In 2002 vervoegde ze Artsen zonder Grenzen (AZG). Van 2006 tot 2016 leidde ze de Clinical Trials Unit van het ITG.

In 2023 werd ze hoofd van het Departement Volksgezondheid van het ITG en professor in de farmaceutische volksgezondheid. Ze is voorzitter van de Ethische Commissie van het ITG, voorzitter van de Ethische Commissie van AzG en buitengewoon hoogleraar aan de School of Public Health van de University of Western Cape, Zuid-Afrika.

20230930_124213_crop Het projectteam rond de toegang tot morphine, Kinshasa (2023)

Het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie is in januari begonnen. Heeft dat invloed op jouw werk?

België zal zich onder andere richten op de gelijkwaardige toegang tot kwalitatieve gezondheidsproducten. Dat wordt nu niet alleen gezien als een wereldwijde uitdaging, maar ook als een Europese uitdaging, aangezien ons continent zwaar getroffen wordt door een tekort aan kritieke geneesmiddelen. We zijn erg trots dat we deze prioriteit samen met DGD hebben kunnen vormgeven, en hopen dat er acties zullen volgen.

Tijdens de COVID-19-pandemie hebben de onrechtvaardigheden in de vaccindistributie, die naar mijn mening werden veroorzaakt door een verbazingwekkend gebrek aan paraatheid op beleidsmatig vlak, voor veel polarisatie gezorgd. Op dat moment was het misschien effectiever geweest om de vaccintechnologie te delen met de landen die al vaccins konden produceren, zoals Indonesië of Vietnam. In plaats van de polariserende discussie over de voorbije crisis aan te wakkeren, is het verstandiger om te kijken naar de huidige onvervulde behoeften, van cholera tot diabetes en palliatieve zorg, en een wereldwijd ecosysteem te ontwikkelen dat het mogelijk maakt om deze aan te pakken en zich voor te bereiden op toekomstige uitbraken. COVID lijkt verdwenen, maar miljoenen mensen sterven aan andere dingen omdat ze geen toegang hebben tot medicijnen, vaccins of diagnostica. We hebben een systeembenadering nodig die geworteld is in de erkenning en de waardering van lokale capaciteiten en lokaal en regionaal leiderschap.

Spread the word! Deel dit artikel op

Meer stories