Overzicht stories
Artikels

Waar je woont kan je leven redden of kosten

Interview met Dr. Peter Macharia, een ruimtelijk epidemioloog uit Kenia
DSC02195

Wat doet een 'ruimtelijk epidemioloog'?

PETER: Het is moeilijk uit te leggen wat ik doe, zelfs aan mijn eigen familie. (lacht) Mijn werk probeert een eenvoudige vraag te beantwoorden: hoe beïnvloedt onze woonplaats onze gezondheid en ons welzijn? Ruimtelijke epidemiologie, ook wel geospatiale gezondheid genoemd, is een tak van de epidemiologie die onderzoekt hoe locatie en ruimte de verspreiding en oorzaken van ziekten en andere gezondheidsproblemen beïnvloeden.

DSC02407_3

Waar begint jouw verhaal? Hoe word je ruimtelijk epidemioloog?

PETER: Op de middelbare school hoorde ik tijdens een computerles voor het eerst over geografische informatiesystemen (GIS). GIS is een technologie voor het verzamelen, beheren, analyseren en weergeven van gegevens met een locatiecomponent, zogenaamde geospatiale gegevens. Het kan de locatie van ziekenhuizen koppelen aan het aantal artsen of bedden op de intensieve zorg en deze weergeven op een kaart. Dat concept wekte mijn interesse. Dus nam ik contact op met een docent van de universiteit om te vragen hoe de sector eruit ziet en wat mijn carrièremogelijkheden zijn. Hij was erg aardig en beantwoordde al mijn vragen, wat me overtuigde om dit na te streven.

Aan de universiteit studeerde ik geospatial engineering en GIS. De meeste afgestudeerden gingen aan de slag als technisch ingenieur en bouwden bruggen en wegen. Maar ik wilde in de academische wereld en het onderzoek blijven. Ik greep de kans om aan de slag te gaan bij een onderzoeksorganisatie in Kenia die zich toelegt op gezondheidsonderzoek. Daarna volgde ik een postdoctorale opleiding in onderzoeksmethoden op het gebied van gezondheid. Nadien behaalde ik een master in GIS en Remote Sensing. Zo kon ik de twee vakgebieden – ruimtelijke analyse en gezondheid - combineren. Ik modelleerde en bracht onder andere  malariaprevalentie in kaart, de bereikbaarheid van gezondheidsfaciliteiten en kinderoverleving. Dat deed ik bij verschillende instellingen, zoals het KEMRI Wellcome Trust Research Programme in Kenia en de Lancaster University in het Verenigd Koninkrijk. In 2020 rondde ik mijn doctoraat af. Dat richtte zich op het in kaart brengen van de overlevingskansen van kinderen in Kenia sinds de jaren 60, de verschillen in de dekking van kindergezondheidsinterventies en de impact ervan op de overlevingskansen van kinderen.

Photo 3_v3 Peter legt zijn onderzoek uit tijdens een evenement bij het ITG

Wanneer ben je bij het ITG begonnen?

PETER: In 2023 begon ik in de Dienst Reproductieve en Maternale Gezondheid, onder leiding van professor Lenka Beňová. In mijn huidige onderzoek gebruik ik geospatiale methoden om meer inzicht te krijgen in de obstakels en belemmeringen waarmee vrouwen in Afrikaanse steden worden geconfronteerd bij de toegang tot de zorg die ze nodig hebben, vooral tijdens de zwangerschap en bevalling. Ik noem dat graag: de kwetsbaarheid van de gezondheid van moeders. Sindsdien is mijn team gegroeid tot vier mensen die werken aan verschillende aspecten van geospatiale gezondheid. In 2024 kreeg ik een senior postdoctoraal mandaat van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO).

Welke rol speelt locatie of geografie in moderne epidemiologische studies?

Peter: Onlangs publiceerde we een artikel in Nature Cities over een onderzoek met onze partners in Guinee. De reistijd tussen de woonplaats en de dichtstbijzijnde gezondheidsinstellingen veel steden in Sub-Sahara Afrika een grote uitdaging. Files zijn daar een groot probleem. Die reistijd beïnvloedt haal wat zaken: het sterftecijfer, de vaccinatiegraad en gezinsplanning. We brachten in kaart hoe lang het duurt om van huis naar een bevallingsfaciliteit in en rond de hoofdstad Conakry te reizen. We ontdekten dat de reistijd bij druk verkeer kan oplopen tot meer dan twee uur, met waarschijnlijk negatieve gevolgen voor de overlevingskansen en het welzijn van moeders en pasgeborenen. Twee gemeenten in de rand van de stad, de zogenaamde peri-urbane gebieden, zijn bijna "medische woestijnen" vanwege het lage aantal voorzieningen die uitgebreide spoedeisende verloskundige zorg en zorg voor pasgeborenen bieden. Samen met onze lokale partners werken we nu aan soortgelijke onderzoeken in Cotonou (Benin) en Lubumbashi (Democratische Republiek Congo). De bevindingen geven beleidsmakers een indicatie over de uitbreiding en verbetering van openbare en particuliere gezondheidszorgfaciliteiten en de infrastructuur. is in

Een ander voorbeeld komt uit de COVID-19-pandemie in Kenia. We definieerden 24 indicatoren om te beoordelen wat mensen het meest kwetsbaar maakt, zoals toegang tot handenwasvoorzieningen, afstand tot een ziekenhuis of het hebben van aandoeningen. Zo konden we analyseren welke gebieden en bevolkingsgroepen het grootste risico lopen. Onze bevindingen gebruikten we in een beleidsbrief om de planning te informeren.

Voor malaria deden we vergelijkbare onderzoeken. Door de prevalentie van malaria en het zorggebruik in kaart te brengen, kunnen we advies geven over waar vaccinatiecampagnes en andere interventies prioriteit moeten krijgen.

DSC_7651_2 Peter overhandigt de voorlopige kaart van de gezondheidszone Kampemba aan Dr. Joseph Kabwima (links), medisch verantwoordelijke van de gezondheidszone, DR Congo

Welk type geospatiale gegevens gebruik je?

PETER: Ik gebruik veel open gegevensbronnen, waaronder huishoudenquêtes zoals de Demographic and Health Surveys (DHS), routinematige gegevens gezondheidsinstellingen, bevolkingsschattingen en sociaal-demografische informatie. Al deze gegevens bevatten een specifieke locatie, meestal gebaseerd op signalen van satellietsystemen zoals GPS. Dit maakt deel uit van het zogenaamde Global Navigation Satellite System (GNSS), dat ons vertelt waar iets zich bevindt - bijvoorbeeld de exacte locatie van een ziekenhuis. Daarnaast gebruik ik ook satelliet- of dronebeelden en andere soorten gegevens die vanuit de ruimte worden verzameld, bekend als remote sensing. Dit vertelt ons wat er is, zoals bodembedekking, temperatuur, vegetatie of stedelijke structuren. Sommige van deze beelden zijn gratis en open source, voor andere moet je betalen als je gedetailleerde resoluties wilt. Ze kunnen tot op 1cm nauwkeurig zijn! Mijn werk bestaat uit het naadloos integreren van al deze datasets. Zoals het stapelen van verdiepingen in een wolkenkrabber, waarbij elke verdieping een andere informatielaag is.

Photo 1_v2 Peter met zijn collega Anteneh Asefa (in het wit) en een deelnemer tijdens de cursus "Write your Paper based on Demographic and Health Survey (DHS) Data on Sexual, Reproductive and Child Health"

De financiering voor het DHS-programma is onlangs opgeschort vanwege bezuinigingen bij USAID. Welke invloed heeft dit op je werk?

PETER: Voor mijn doctoraat over kinderoverleving in Kenia, was ik sterk afhankelijk van deze gegevens. Zonder DHS-data zou mijn doctoraat niet mogelijk zijn geweest. Dit geldt voor veel van mijn lopende projecten. Deze gegevens zijn op een gestandaardiseerde manier verzameld en vormen voor veel lage- en middeninkomenslanden de meest uitgebreide en betrouwbare bron van gezondheidsgegevens. Zoals we onlangs in een artikel besproken, kan het stopzetten ervan ernstige gevolgen hebben. Niet alleen voor het onderzoek, maar ook voor het leven van miljoenen mensen. Ik hoop echt dat het DHS-programma wordt hersteld via alternatieve financiering.

Je werkt met big data. De verplichte vraag is: gebruik je AI?

PETER: "GeoAI" is een modewoord geworden in mijn vakgebied en het wordt steeds populairder. Het verwijst naar de toepassing van kunstmatige intelligentie versmolten met geospatiale gegevens, wetenschap en technologie. Veel mensen gebruiken het. Ik ook, tot op zekere hoogte, om handmatig werk te verminderen en extra inzichten te krijgen. Maar ik ben er voorzichtig mee omdat het voor sommige modellen een zwarte doos kan zijn. We weten niet altijd hoe beslissingen worden genomen in de zwarte doos. Dus voorlopig ga ik er voorzichtig mee om.

Spread the word! Deel dit artikel op

Meer stories