Om een beter inzicht te krijgen in de circulatie van SARS-CoV-2 in Kinshasa hebben het ITG en het INRB de bloedsamples van 562 deelnemers geanalyseerd met behulp van vijf verschillende SARS-CoV-2-serologietests. Hun bevindingen wijzen erop dat er in Kinshasa een grotere circulatie van COVID-19 is dan verwacht op basis van de officieel gemelde gevallen, maar door mogelijke specificiteitsproblemen van serologische tests is het moeilijk om een precies cijfer te geven voor de werkelijke verspreiding van het virus.
Afhankelijk van de gebruikte test varieerde de seropositiviteit bij medisch personeel in onze studie tussen 13-36%, wat relatief hoog is gezien het lage aantal symptomatische en ernstige gevallen die in Kinshasa tijdens de eerste golf werden gemeld. Dit resultaat zou te wijten kunnen zijn aan een kruisreactie van de tests met andere circulerende virussen of parasieten in het Afrikaanse subcontinent, en zou kunnen leiden tot vals-positieve resultaten. Een dergelijke potentieel lagere specificiteit - in dit geval van commerciële SARS-CoV-2-tests - in Afrikaanse landen werd in het begin van de jaren negentig ook waargenomen met hiv-serologietests, waarbij een lagere specificiteit in Afrikaanse monsters werd aangetoond in vergelijking met Europese monsters.
Deze seroprevalentiestudie bij gezondheidswerkers werd gefinancierd door Enabel (het Belgisch Ontwikkelingsagentschap), GIZ (Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit) en de kaderovereenkomst tussen het Instituut voor Tropische Geneeskunde en het Directoraat-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD).
Meer nieuws over
PUBLIC HEALTH BUITEN LAND